
Deze verslaving kan ik missen als kiespijn
Op de dag dat het bericht komt dat honderdduizenden Nederlanders eindeloos lang door medicijnen slikken zonder ooit met een arts te overleggen, neem ik voor de tweede keer zonder enig overleg met een arts een pilletje. Hoe het spul heet, moet ik vragen aan de gever: Medikinet.
Als artsenkind moet ik beter weten dan zomaar een pilletje slikken. Ik heb ook niets met pillen; drugs en partypillen zijn aan mij voorbijgegaan. Op die ene stacker na, die tien kilo gewichtsverlies beloofde. Gebeurde ook, maar wel na shitloads aan hartkloppingen. Die ándere afslankpil daarentegen deed wonderen; helaas werd die zelfs uit de Turkse handel gehaald. Dus ja: sucker voor afslankpillen maar verder kan ik er werkelijk niets mee. Van vitamine B/C/D tot magnesium, van visolie tot calcium en kalium, van carnitine tot multivitamines: het staat in veelvoud onaangeroerd opgelijnd in mijn medicijnendoos. Die medicijnendoos zelf is prachtig, de inhoud laat me koud. Zelfs de paracetamol neem ik pas als ik na dagen bedacht heb dat het zou kunnen helpen om op te knappen van het ziek zijn.
Maar opeens komen er vrienden uit de pillenkast. Ze slikken iets ‘tegen de drukte in hun hoofd’. Opeens wordt alles ‘helder’. Ze ervaren geen stress meer, kunnen hoofd- van bijzaken van elkaar onderscheiden en krijgen hun werk af door meer focus. Het klinkt als hocus pocus, vooral omdat ze niet kunnen uitleggen hoe het zonder pil is in hun hoofd. Druk, zeggen ze. En ze krijgen de druk niet onder controle. ‘Net als bij jou’. En nu wel, door de wonderpil die ze slikken. ‘Wil je ook?’. De vraag komt van een artsenvriendin en ook van een consultantvriend. Een arts die me gratis pillen aanbiedt? Nee bedankt. Maar een vriend die hetzelfde doet: nou. Vooruit dan maar.
Ja, mijn hoofd werkt anders, ik weet het. “Ik app je als ik ‘m genomen heb en laat je weten hoe het werkt”. De zelf ingebouwde controle die nergens over gaat. Ik die nooit wat slikt, ik die smacht naar een mega-dosis vitamine D maar de stap tot slikken niet kan zetten, doe vrijwillig een minuscule pil in mijn mond die rust belooft. Wat als ik verslaafd raak? Waarmee ik meteen mijn angst voor het pillenslikken samenvat: ik ben verslavingsgevoelig voor alles wat slecht voor mijn lichaam is. Mijn hele leven doe ik al mijn best om van mijn suikerverslaving af te komen en mijn hele leven faal ik. Echt, als daar een pil voor zou bestaan, zou ik daar met liefde verslaafd aan raken.
En toch slik ik de pil. Het gevolg: druk op mijn hoofd, niet in mijn hoofd. Een druk die ik ken van wanneer de stress zich opstapelt. Die ontstaat vlak voor het moment dat ik ontplof van wanhoop. Maar daarna wordt het rustig. Na een uurtje lijkt het alsof de wereld stilstaat en ik alles kan doen wat ik moet doen. In alle rust. De to do lijst is niet korter geworden, de deadlines zijn niet verminderd maar iets in mijn hoofd staat er anders in dan eerst. Kalmer. De vraag of dat goed is, kan ik niet beantwoorden. Maar als honderdduizenden mensen eindeloos lang medicijnen slikken zonder ooit te overleggen met een arts, weet ik een ding zeker: deze verslaving kan ik missen als kiespijn. De enige uitzondering die door deze slikpartij geactiveerd is, geldt voor afslankpillen. Wie daar de gouden tip in heeft, mag me mailen. Verslavingsgevoelig, that’s me.
{{comment.text}}