
Ga toch maar in de kelder zitten met die blinddoek om
Boris Johnson die moet aftreden, de Japanse ex-premier die doodgeschoten wordt, de inflatie die torenhoog is, de oorlog in Oekraïne die in volle hevigheid voortduurt, hittegolven die elkaar zonder twijfel onophoudelijk zullen opvolgen, de boeren die onrustig blijven, alweer een nieuwe coronavariant die de kop opsteekt, schutters die in Amerika mensen vermoorden met een op een simpele manier verkregen wapen, ultrarechts dat overal meer en meer succes kent, de elektrische fiets van m’n broer die werd gestolen, vrouwen die bewijzen dat vrouwen wel degelijk kunnen voetballen: wat gebeurt er niet allemaal tegenwoordig?
Een mens zou er depressief, verslagen, in-en-in triest, fysiek en psychisch kapot, en volslagen kierewiet van worden. De onomkoombare zwaarte van het dagelijkse leven heeft tegengewichten nodig, of er zouden nog veel meer ongelukken uit de lucht vallen dan nu al het geval is. Een mogelijk tegengewicht is je opsluiten in je kelder met een krat wijn, vier droge broden, een homp kaas, en een blinddoek voor je ogen, terwijl je aan niets maar dan ook aan niéts denkt en dat gedurende twee weken. Een mogelijk ander tegengewicht is het hele oeuvre van Harry Mulisch herlezen terwijl je de ene pijp vol drugs na de andere rookt. Weer een ander mogelijk tegengewicht is dat je een wandeltocht onderneemt in je eigen straat, die je vijfhonderd keer op en neer loopt met een omgekeerde trechter op je kanis. Zeker ook een mogelijk tegengewicht is dat je naar een art house gaat en daar kijkt naar Finse films zonder ondertitels en dat je om de tien minuten naar het scherm roept: ‘Pas op! De butler heeft het gedaan!’
Maar het beste tegengewicht is een ordinaire vakantie, waarbij je met de hele familie een week of twee in Benidorm, Mallorca of de Costa del Sol gaat verblijven. Dat begint al goed in Schiphol: het is heel goed mogelijk dat je vliegtuig ofwel vijf uur vertraging heeft ofwel niet komt opdagen, omdat er te weinig piloten beschikbaar zijn. Dus kun je beter met de auto naar het zuiden rijden. Hou er wel rekening mee dat je vanaf je vertrekpunt (bijvoorbeeld Spijkenisse) tot aan je eindpunt (bijvoorbeeld Zuid-Spanje) in de file staat. Als je kinderen meezeult die jonger zijn dan twaalf jaar, kun je hen beter voor je van start gaat verdoven, want van zesendertig uur in de auto zitten worden die natuurlijk stapelgek, en zouden ze elkaar op de achterbank de schedel inslaan. Luister ook niet al te aandachtig naar je vrouw, als die continu tegen je aanlult: ‘Henk Jan, ik had toch gezegd dat we beter naar Texel hadden kunnen gaan!’ Nou ja, op den duur arriveer je dan toch in het vakantieparadijsje, en blijkt dat je hotelkamer er in het echt helemaal anders uitziet dan op de foto’s online. Zo kon je op die foto’s niet zien dat er schimmel in de hoeken van de kamer zitten, dat de wc-bril aan de onderkant helemaal bruin ziet, en dat in het minikeukentje de kakkerlakken disco staan te dansen.
Maar goed, je hoeft niet de hele dag in dat hotel te zitten, je kunt net zo goed naar het strand gaan, en daar in de zee plonsen, samen met een miljoen andere mensen. Vervolgens verlaat je de zee, en ga je op het strand liggen bakken, samen met twéé miljoen andere mensen. Geheel verbrand bezoek je ’s avonds een plaatselijk restaurant, waarvan de paëlla op het internet vijf sterren kreeg, maar wat blijkt? Slechts twee uur nadat je deze paëlla hebt gegeten, krijg je de vliegende diarree, die dagenlang niet wil wijken. Langzamerhand begin je te beseffen dat met vakantie gaan toch niet het ideale tegengewicht is voor de onstuitbare ellende in jouw en andermans wereld. Ga in het vervolg toch maar in de kelder zitten met die blinddoek om, en denk aan niets maar dan ook werkelijk niéts.
{{comment.text}}