
Kruipen in Poetin's hoofd
Ik probeer wel ‘ns in het hoofd te kruipen van andere mensen. Het gebeurt dat ik in het hoofd kruip van John F. Kennedy, een heel korte tijd voor het doorboord wordt met kogels. Dan denk ik: ‘… Lekker weer hier in Dallas voor de tijd van het jaar. Ik zou hier wel willen wonen. Maar dan niet met die troela van een Jackie. Zie haar hier zitten, met haar nagemaakte Coco Chanel-pakje aan. En waarom glimlacht die continu zo onnodig? Ik wilde dat Marilyn hier was, die lekkere gekke stoot, met haar prachtige, grote…’ En dan zijn daar de kogels uit het geweer van Lee Harvey Oswald, en hou ik op met denken.
Ik kruip ook wel ‘ns in het hoofd van Marco van Basten, voor dat doelpunt in 1988 tegen Rusland. Ik denk: ‘… Ze zijn daar op links weer aan het priegelen. Daar komt voor de zoveelste keer niks van. Goed dat de Russen zo’n zwak elftal hebben. Kijk, daar komt de bal bij Mühren. Die zal voor de zoveelste keer een van z’n overwaaiende voorzetten geven. Juist, daar komt ie. Is ie te ver? Ik denk van wel, maar wacht ‘ns, ik kan er net bij met m’n rechtervoet. Weet je wat? Ik geef er gewoon een lel op, al vliegt de bal voor hetzelfde geld over de tribune. Tjonge, hij zoeft over die stomme Russiche keeper het doel in. Wie had het gedacht? Ik scoor een doelpunt dat in de rest van de toekomst een miljoen keer herhaald zal worden.’
In het hoofd van Sigrid Kaag ben ik ook al ’ns gekropen. Toen dacht ik: ‘… Je houdt het toch niet voor mogelijk. Nu staat die eikel van een Thierry Baudet me te beschuldigen van spionage… Hoe durft die klootzak? Hoe kan ik reageren? Ik loop op hoge poten de zaal uit, zogenaamd uit protest tegen wat die Baudet allemaal uitkraamt, en dat is inderdaad een reden, maar een andere reden, die ik voor mezelf zal houden, is dat ik heel dringend naar het toilet moet. Die opvliegers beginnen hun tol te eisen… Ik voel koortsachtig aan, ik ben down, ik heb geloof ik last van haaruitval, en ik moet plassen en kakken als een martiko. Ik heb eindelijk de vergadering verlaten en kan me nu reppen naar het toilet…’ Of in het hoofd van André van Duin. Ik denk: ‘…Ik ben zo oud als de straat, en sta hier een programma over bakken te presenteren. Het is toch een ware schande, dat ze me niks anders willen aanbieden? Wat kunnen mij die amateurs schelen die de hele tijd een taart naar de vaantjes staan te helpen, terwijl het zweet van hun gore voorhoofd druipt. Ik ben de grootste komiek die Nederland ooit gekend heeft, ik schud de grappen zo uit m’n mouw, maar de omroep wil dat ik niet te veel humor op het publiek loslaat, want dat zou de lamentabele bakkers uit hun concentratie kunnen brengen. Ach, wat wilde ik dat het weer de jaren zeventig en tachtig waren, toen ik maar een gekke bek moest trekken, en de hele zaal lag plat…’
Er zijn oneindig veel hoofden om in te kruipen. Maar er is er een waarin je tegenwoordig minstens één keer moét gekropen hebben. Het hoofd van Poetin. Ik kruip erin, en denk: ‘… Ik weet niet meer wat ik moet denken. Ik weet niet meer wat ik aan het doen ben. Ik weet niet meer wat het probleem is en nog minder weet ik wat de oplossing van dat probleem is. De Donbas is nu van mij, maar wat moet ik ermee? En hoe zit het met m’n dreiging dat ik met kernwapens ga gooien? Zal ik daarmee m’n hele eigen land en m’n hele eigen volk ten gronde richten, als de vijand kernwapens gaat teruggooien? Ik twijfel er sterk aan of ik nog gezond ben in m’n kop. Was ik vroeger ook al zo? Ben ik zo geboren? Hebben m’n vader en m’n moeder me zo gemaakt? Moedertje, kom naar mij, en maak mij gezond…’ en terwijl ik dat denk, schiet ik in de lach, bij de gedachte aan Poetin die heen en weer gewiegd wordt door z’n oude moesje. En dan gebruik ik wijselijk weer m’n eigen hoofd.
{{comment.text}}