
Patty Brard kan wél lezen
Reeds eenenveertig jaar en vier maanden ben ik een Vlaams auteur. Men moet hierbij mederekenen dat m’n debuutboek, de verhalenbundel Het Zinneloze Zeilen, verscheen in de oktobermaand van 1982. Waar is toch dat jaar heen, waar zijn alle andere jaren heen, en hoeveel mensen zijn ondertussen gestorven die Het Zinneloze Zeilen gelezen hebben, de arme drommels? Ik denk soms: álle mensen die Het Zinneloze Zeilen gelezen hebben, zijn ondertussen gestorven, maar dat is een al te pessimistische gedachte.
Ik ken namelijk persoonlijk een aantal mensen die Het Zinneloze Zeilen gelezen hebben, en die nog leven. Onder hen bevinden zich Jort Kelder, Twan Huys, Patty Brard, prinses Alexia, en Pierre van Hooijdonk. Je zal zeggen: Patty Brard? Die kan toch niet lezen? Jawel hoor, Patty kan dat wel, en nadat ze Het Zinneloze Zeilen had gelezen, stuurde ze me zelfs een mail, die luidde: ‘Heiman, u boek is seer goet. Zult jij nog boeken schreiven? Laat dat mij weten, dan zal ik die nieuwe boek koopen.’ Toen Patty mij die mail stuurde, in 2012, had ik inmiddels veertig boeken geschreven, waarvan Patty klaarblijkelijk niet op de hoogte was, wat ik haar vergeef, want feministische boegbeelden als zij, hebben het heel druk. Waarmee precies, dat is een raadsel, zoals alles wat feministen uitspoken een raadsel is.
Weet je trouwens wie ook Het Zinneloze Zeilen gelezen heeft, in 2016? Dat was de toen 24-jarige Lena v. H., een Amsterdams meisje dat resideerde in Brussel, en na de lezing van de verhalenbundel dacht: de schrijver van zo’n meesterwerk wil ik wel eens ontmoeten. Ze wist, dank zij enkele semi-autobiografische passages in enige columns van m’n hand, waar ik ongeveer woonde, en ze zocht de betreffende buurt op. Het toeval slaat geregeld z’n vleugels uit, en zo gebeurde het dat ik, net toen Lena niet ver m’n huis ronddoolde, dacht: wat een mooi meisje loopt daar, en ze komt nog naar me toe ook! En zo ontmoetten wij elkaar voor de eerste keer. Er werden telefoonnummers uitgewisseld, en er kwam een tweede ontmoeting, en een derde, en een vierde, enzovoort, en voor we het goed en wel beseften waren we een stelletje.
Eerst hadden we een tijdje een lat-relatie, omdat Lena in Brussel bleef wonen en ik in Gent, tot Lena dat verfoeilijke Brussel uitzwaaide, en bij mij introk. Toen waren we uiteraard helemaal een liefdeskoppel, wat tot gehoon en gescheld leidde van velen, want Lena was vierendertig jaar jonger dan ik. Ontelbare mensen kunnen er niet tegen dat een 58-jarige man een relatie heeft met een vrouw van vierentwintig, en via de sociale media of andere kanalen, laten ze dat merken ook. We trokken er ons niet veel van aan, en deden het bij lange niet onaardig als Nederlands-Vlaamse geliefden.
Lena had een baan als privélerares Nederlands en ik schreef me verder een punthoofd aan een onafgebroken stroom romans, columns, verhalenbundels, toneelstukken, essays, gedichten, en andere letterkundig geïnspireerde teksten, en ik was van plan om dat te blijven doen, en ik ben dat, zeven jaar later, nog steeds van plan, al heb ik thans wel een pauze van minstens een half jaar ingelast. Lena was in samenwerking met mij zwanger geworden, en wie zwanger is krijgt deo volente een kindje, en aldus werd vorige week onze zoon Roman geboren. M’n zoon Roman helpen verzorgen en opvoeden is momenteel belangrijker dan romans schrijven. Niettemin komt de dag dat ik weer aan een nieuwe roman begin, getiteld De Nieuwe Roman. Ik zal hem opsturen naar ondermeer Patty Brard, want die zit al lang op een kersvers boek van mij te wachten.
{{comment.text}}