Polderend beleid hindert omgevingsdiensten
Omgevingsdiensten zijn er voor het controleren van uw leefomgeving. Althans, dat zou je denken. Zoals vaker het geval is bij organisaties die werken voor de overheid, blijkt de vork net even anders in de steel te zitten. Zelfs wanneer overduidelijk is dat bedrijven hun vergunning te buiten gaan, treedt de omgevingsdienst regelmatig niet op. Komt dit door onkunde, onwil, of is er meer aan de hand?
Van een eendenslachterij tot een mestverwerker, omgevingsdiensten verzuimen te handhaven bij bedrijven die buiten hun vergunning opereren. Of ze nou te veel eenden slachten, of te veel mest vergisten, the show must go on, blijkbaar. Ondertussen zitten omwonenden met hun handen in het haar. “De gemeente vindt eigenlijk alles maar goed wat er gebeurt”, aldus Dik van Oers, een omwonende van de eendenslachterij in Ermelo.
Ook in politiek Den Haag zagen ze dat ze moesten ingrijpen bij de omgevingsdiensten. Daarom werd er naar goed Haags gebruik een commissie in het leven geroepen. Onder leiding van VVD-bobo Jozias van Aartsen kwam een aantal knappe koppen met tien verbeterpunten. De belangrijkste daarvan: Rijkstoezicht op de omgevingsdiensten. Dit zou belangenverstrengeling tussen lokale en provinciale politiek enerzijds en bedrijven anderzijds voorkomen. De omgevingsdiensten zouden dan echt onafhankelijk hun werk kunnen doen. Van Aartsen is glashelder over de manier waarop omgevingsdiensten nu werken: “Een rauwe conclusie: namelijk dat het stelsel niet functioneert. Je kunt er eindeloos omheen draaien, maar het werkt gewoon niet.”
Een oplossing dus, godzijdank. Nu alleen even invoeren. Dat gebeurde bijna, negen van de tien adviezen worden opgevolgd behalve, u raadt het al; het Rijkstoezicht. Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat wil het precies op dat punt “op een andere manier regelen”. De bewindsvrouw belooft wel een vinger aan de spreekwoordelijke pols te houden. Laten wij dat ook maar doen.
{{comment.text}}