
We moeten ons verstand op nul zetten
We hebben veel stress. Of we oud zijn of jong, zwart of wit, hetero of non-binair of homo, klein of groot, slim of dom, dik of dun, kaal of langharig, half mens of half ortolaan, het maakt niet uit, we staan met z’n allen onder een enorme druk. Dat komt door de financiële, economische, morele, psychologische, oorlogskundige, klimatologische, fysieke, interstellaire, pedagogische, landbouwgerichte, animale, afmattende, en onverteerbare crisissen. Het lijkt wel alsof er geen weg terug is. En bovendien: een weg terug naar wáár? Willen we terug naar het verleden, indien dat mogelijk zou gemaakt worden door het tijdreizen? Ik denk van niet. Vroeger deugde er ook al niks. Of denk je dat de Napoleontische oorlogen zo leuk waren? Of de pest in de veertiende eeuw? Of die toestand met Jezus en z’n moeder Maria en z’n tante Magdalena en Petrus die drie keer een haan de kop afbeet? Of de Dolle Mina’s die hun beha’s verbrandden, terwijl daar heel mooie beha’s tussenzaten, afgebiesd met kant of gemaakt van schitterend glad velours, en die magnifieke beha’s waren met veel liefde bij elkaar genaaid in de behafabriek door vrouwen die maar drie komma zes piek per uur verdienden, en dat zuurverdiende geld moesten ze thuis afgeven aan hun man, die het vervolgens ging opzuipen in het café’, midden in de nacht terugkeerde, en daar z’n vrouw en z’n kinderen een rammeling gaf.
Nee, naar zulke tijden willen we niet meer terug, al moet ik wel zeggen dat er nog steeds feministes zijn die hun lingerie in de fik steken, maar dat doen ze thans vaak omdat ze aan pyromanie lijden en eigenlijk naar het gekkenhuis zouden moeten gebracht worden. De krankzinnigheid wint terrein in alle geledingen van de maatschappij. Boeren worden kierewiet, politici zijn stapelzot, tv-presentatoren zijn van de ratten besnuffeld, en ook de gewone man en vrouw in de straat voelen bellen rinkelen in hun kop, en dat onuitstaanbare geklingel zorgt ervoor dat ze van alles in hun oren proppen, zoals watten, sinaasappelschillen, krantenpapier, rattenvellen, en steengruis.
Weet je wat het is? Voor we helemaal ontsporen, moeten we zoveel mogelijk profiteren van afleidingen, van bezigheden en dingen die ons verstand op nul zetten. Welke zijn de effectiefste van die afleidingen? Nou, ten eerste is er het lezen. Ga in een hoek bij het licht van een brandende kaars een godverdomd boek zitten lezen! Welk boek? Waarom niet mijn huidige roman Theet 77, die de lezer naar een ander tijdperk brengt, naar een andere omgeving, naar een andere gedachtenwereld, naar een ander milieu, en naar een andere waanzin. De roman telt 424 bladzijden, dus daar is de doorsnee lezer toch wel een week of drie mee zoet.
Ten tweede is er de eenzaamheid, die heel helend kan zijn. We zijn veel te vaak in gezelschap, worden tureluurs van het gekwek en het gebrabbel van anderen, hebben veel te weinig ruimte voor onszelf, en daarom moeten we plekken opzoeken waar we helemaal alleen zijn, bij voorbeeld het midden van een donker bos, achter de duinen aan een winters strand, of in een museum in Spijkenisse. Ten derde is er het voetbal. Ook degenen die helemaal niet van voetbal houden, en dat zijn er tegenwoordig steeds meer, moeten naar de wedstrijden van het WK kijken, er uiteraard op hopen dat met name Nederland steeds een ronde verder komt, en als dat gebeurt, moet je, integraal gehuld in oranje vodden, zo dronken als een tor in de gracht springen, en als Nederland uitgeschakeld wordt, moet je ogenblikkelijk naar je baas bellen, en zeggen dat je drie dagen niet komt werken omdat je moet treuren, en dat is allemaal te wijten aan Memphis, Bergwijn, Frenkie de Jong, en dat soort klootzakken. Ja hoor, laat je afleiden en afleiden en afleiden, zo niet komt het einde in zicht.
{{comment.text}}