Binnenkort alleen nog maar voor de elite: een nieuwe auto
Nu is autorijden eigenlijk al onbetaalbaar geworden door de peperdure accijns op benzine, de kosten voor onderhoud, de wegenbelasting, enzovoort, maar wat pas echt een luxe is wat alleen de rijke elite zich kan veroorloven is een auto die gloednieuw is. Zo eentje vers van de pers, net uit de fabriek. Een steeds grotere groep Nederlanders is niet in staat om een nieuwe bolide te betalen. De ANWB trekt aan de bel.
Nu is het sowieso niet zo verstandig om een gloednieuwe auto te kopen want je rijdt naar het eind van de straat en dat ding is direct een paar duizend euro minder waard, maar toch: vroeger (in die goede ouwe tijd) kon je met een modaal inkomen misschien zelfs wel twee auto's kopen (als je een beetje spaarde en verantwoord met je geld omging), tegenwoordig dus helemaal niet meer.
De ANWB trekt nu in het AD aan de bel. De automobilistenvereniging reageert op berichten dat de gemiddelde verkoopprijs van nieuwe auto's inmiddels is opgelopen tot ruim 50.000 (!) euro. Volgens de RAI Vereniging lag dat bedrag in 2020 nog op minder dan 38.500 euro en dat bedrag was eigenlijk ook al veel hoger dan wat de gemiddelde Nederlander over heeft voor een auto. Uit een steekproef van AutoTrack blijkt dat 81 procent van de Nederlanders maximaal 15K (en vaak minder) wil lappen, maar daar koop je tegenwoordig alleen nog maar tweedehands meuk voor.
Autorijden wordt dus steeds meer voor de elite, en de gewone burger kan lekker stikken: "Wij zien dat autorijden steeds duurder wordt. Dan gaat het om de aanschaf, het bezit, het onderhoud en de brandstofkosten. Onze leden maken zich daar zorgen over en dat doen wij ook", aldus de ANWB.