Nieuw hulppunt voor slachtoffers van sektes geopend in Nederland
Waarom stappen mensen in een sekte, waarom blijven ze, en wat is er nodig om eruit te komen?
In de nieuwste aflevering van Het Misdaadbureau leggen onderzoekers Mirjam van Schaik en Janine Janssen uit dat verstrikt raken in een sekte misschien dichterbij is dan veel mensen denken. Ervaringsdeskundigen Jan van der Winden en Israël van Dorsten, een van de kinderen van Ruinerwold, vertellen over de verlammende greep van sektes en het belang van een nieuwe hulplijn.
Vanaf vandaag kunnen slachtoffers van sektes in Nederland terecht bij het nieuwe hulppunt Onder Controle van expertisecentrum Fier. Dat is hard nodig, blijkt uit onderzoek van Avans Hogeschool en de Open Universiteit. Onderzoekers Janine Janssen en Mirjam van Schaik merken dat reguliere hulpinstanties zoals de GGZ maar beperkt kunnen helpen. “Je moet inzicht hebben in de totale situatie waarin slachtoffers verkeren,” vertelt Janssen. “Hulpverleners moeten een open houding hebben. Het gaat niet alleen om praktische vragen, maar ook om angst voor het leven na de dood.”
Een warme groep — tot je er niet meer uit kunt
Hulp zoeken buiten de groep is vaak moeilijk. “Mensen raken zichzelf helemaal kwijt,” zegt Jan van der Winden, sekte-expert bij de politie. “In dat proces wordt het steeds makkelijker om mensen binnen een groep te houden.” Door sociale manipulatie raken slachtoffers steeds meer verstrikt in de groep en worden ze gedwongen tot totale gehoorzaamheid. “In het begin is alles positief,” legt Van Schaik uit. “Maar langzaam verlies je het contact met de buitenwereld. De leider krijgt steeds meer controle.”
Ervaringen van Jan van der Winden en Israel van Dorsten
Van der Winden groeide op in een sekte en besloot zich te verzetten. “Toen mijn moeder darmkanker kreeg en werd behandeld met kwakzalverij, kwam ik in opstand.” Als reactie werd hij in een Belgische instelling voor verstandelijk gehandicapten geplaatst, onderdeel van de beweging waar hij uit probeerde te ontsnappen. “Uiteindelijk werd mij verteld dat er niets mis met mij was,” zegt Van der Winden. “Ik kreeg langdurig hulp, waardoor mijn zelfvertrouwen terugkwam. Daarna ben ik bij de politie gaan werken.”
Ook Israel van Dorsten, een van de kinderen van Ruinerwold, groeide op in een afgesloten gemeenschap. Geleidelijk kreeg hij via radio en internet contact met de buitenwereld. “Op een gegeven moment kwam het besef: ik geloofde er niet meer in. Ik wilde weten hoe het leven daarbuiten was.” Hij verliet de boerderij, maar merkte dat de hulpverlening niet goed aansloot. “De instanties waarmee ik contact had, hadden op dat moment niet de expertise om te begrijpen waar ze mee te maken hadden.”
Hulppunt: praktische hulp en begrip
Volgens de onderzoekers zijn zowel begrip als praktische hulp cruciaal. “Als je uitstapt, heb je soms letterlijk niets meer,” zegt Van Schaik. “Een dak boven je hoofd, een nieuw sociaal netwerk, dat is allemaal essentieel voor herstel.”
Israel van Dorsten hoopt dat het nieuwe hulppunt anderen kan bieden wat hij destijds miste:
“Als ik toen terecht had gekund bij een hulppunt zoals dit, hadden ze waarschijnlijk wel begrepen waar ze mee te maken hadden. Dan had ik betere hulp gekregen dan ik toen kreeg.”
Benieuwd naar het hele verhaal van Israel van Dorsten en Jan van der Winden? Luister nu naar de volledige aflevering van Het Misdaadbureau op NPO Radio 1.