Rapport: 'Eén op vijf migranten kan aan het werk maar doet dat niet'
We hebben weer eens een rapport en wel eentje van de Adviesraad Migratie. Het blijkt dat migranten een stuk minder vaak aan het werk zijn dan autochtone Nederlanders en stel (STEL) dat ze wél even vaak aan het werk zouden zijn als autochtone Nederlanders, dan zouden zo 331.000 migranten een baan hebben.
We hebben het hier dus over de het percentage werkenden onder autochtone Nederlanders tussen de 15 en 75 jaar (73,4 procent), dat is vergeleken met dat van alle migranten (58,2 procent). Een enorm verloren arbeidspotentieel dus. Oftewel mensen die wel kunnen en willen werken, maar toch geen baan hebben. Vooral migranten uit Turkije, Marokko en Syrië zijn oververtegenwoordigd, zij vormen bijna 40 procent van het totaal.
En dat is niet best. Want als zij wel zouden werken dan krijgen ze een hoger inkomen en meer welzijn, het arbeidstekort wordt voor een groot deel opgelost en de samenleving profiteert van minder uitgaven aan sociale uitkeringen en hogere belastinginkomsten. WIN-WIN.
En dus moeten we de migranten mobiliseren! Maar ja, daar zit het probleem nietwaar? Zij komen minder makkelijk aan het werk door allerlei factoren. En ja, één daarvan is inderdaad discriminatie (en ja, dat is stom). En ja, er zijn ook droevige verhalen van migranten die niet aan het werk komen omdat ze wel een diploma hebben maar dat het diploma hier niet wordt onderkent.
Een andere factor is echter ook de beheersing van de Nederlandse taal (en daar zou je als migrant best ietsepietsje meer je best voor kunnen doen. Oh nee sorry! Wij bedoelen: en dus moet de overheid meer investeren in taalvaardigheid). Ook 'traditionele opvattingen' over de rolverdeling tussen de man en de vrouw spelen een rol. Tja...