Dat Martin Bosma niet bij de Slavernijherdenking is, is even logisch als zorgwekkend
Dat Martin Bosma als voorzitter van de Tweede Kamer op 1 juli niet aanwezig is bij de herdenking van het slavernijverleden is even logisch als zorgwekkend. In een gesprek tussen de organisatie van de herdenking en Bosma zelf, die op loopafstand van het Oosterpark in Amsterdam-Oost woont waar de herdenking weer is, is hem medegedeeld dat zijn uitnodiging is ingetrokken. Het is een nederlaag voor het statuut de Staten-Generaal, maar een andere uitkomst was simpelweg niet mogelijk.
Door: Robert
Bosma zelf heeft nog niet gereageerd op het gesprek tussen hem en Linda Nooitmeer van het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), behalve dan dat het een 'nuttig' gesprek was. Een woordvoerder van Bosma voegde daar namens hem aan toe: "De herdenking moet niet over mij gaan, maar over het slavernijverleden." En nu ging het vooral over hem. Dat de weerstand tegen zijn aanwezigheid bij de herdenking groot was, is niet gek. Als vooraanstaand lid van de PVV heeft hij altijd keiharde uitspraken gedaan over het slavernijverleden. Uitspraken waarmee hij de nakomelingen van mensen die op de plantages in Suriname en op de Antillen werkten, keihard op de ziel trapte.
Zo had hij het jarenlang over 'het slavernijgedram'. Er was volgens hem sprake van 'anti-blank racisme'. Hij heeft gezegd 'knettergek' te worden als het over slavernij ging. Hij noemde donkere Nederlanders zielig als ze het over excuses voor slavernij hadden. Aandacht voor de rol van Nederland in de slavenhandel deed hij af als 'propaganda en indoctrinatie' en de Antilliaanse verzetsheld Tula noemde hij 'een crimineel' en een 'racistische moordenaar'. Vorig jaar diende Bosma nog een motie in om die een herdenking voor Tula zou moeten verbieden. Ook wilde hij en de rest van de PVV dat de excuses van de Nederlandse staat voor het slavernijverleden zouden worden ingetrokken.
Reden genoeg om bezwaar te hebben tegen de komst van Bosma, ook omdat hij tot op heden geen afstand heeft genomen van zijn uitspraken. Dat hoeft natuurlijk ook niet, het staat hem vrij alles te vinden wat hij wil vinden, maar het staat de organisatie van de herdenking op haar beurt óók vrij hier moeite mee te hebben. Het is alsof je een stenengooiende pro-Gaza-hooligan die allerlei antisemitische teksten heeft gebezigd en die gejammer om de Holocaust maar geneuzel vindt, uitnodigt om te spreken tijdens de dodenherdenking op De Dam op 4 mei. Je kan het doen, maar het ligt misschien een tikkeltje gevoelig.
Geen Bosma op de herdenking lijkt dus een logische uitkomst voor alle partijen. De nuance zit hem natuurlijk in het feit dat Martin Bosma in feite slechts een figurant is, een poppetje dat nu toevallig voorzitter van de Tweede Kamer is, maar niet meer dan dat. Hij vertegenwoordigt de Staten-Generaal en is daarmee, zoals Bosma het zelf zegt, 'knetter neutraal'. Dat daar niet overheen gekeken kan worden is misschien logisch, maar niet zoals het zou moeten in een gezonde democratie. Of zoals Femke Halsema al eerder zei: 'Dit moet je niet politiek maken. Deze keer is het deze voorzitter, de volgende keer een andere voorzitter." Dat we in een land zitten waar mensen aan alle kanten van het spectrum het elkaar zo moeilijk willen maken, is zeer zorgwekkend.